Hypochondrie en het moederschap: geen prettige combinatie

Laat ik beginnen met de vraag wat hypochondrie, ook wel ziekteangstoornis genoemd, eigenlijk is.

Hypochondrie is een stoornis waarbij iemand ervan overtuigd is een ernstige ziekte te hebben. Mensen die hypochonder zijn interpreteren onschuldige lichamelijke sensaties, bijvoorbeeld een pijntje of jeuk, als symptoom van een gevaarlijke aandoening. De angst beheerst het dagelijks leven en de persoon kan niet meer ‘normaal’ of ontspannen met het eigen lichaam omgaan. Soms controleren mensen hun lichaam obsessief, maar er zijn ook mensen die het juist proberen te vermijden door bepaalde lichaamsdelen niet meer aan te (durven) raken of bekijken. Sommige mensen zitten om de haverklap bij de huisarts, terwijl anderen deze juist volledig vermijden omdat de angst te groot is.

Hoe uit hypochondrie zich bij mij?

Ik heb een extreme, buitenproportionele angst voor bepaalde lichaamsdelen. Mijn borsten bijvoorbeeld. Ieder vlekje of kriebeltje ervaar ik als een teken van borstkanker. Deze angst overheerst mijn dagelijks leven. Ik durf amper naar mijn eigen borsten te kijken, aanraken is al helemaal eng. Alsof het tikkende tijdbommen zijn die op een dag zullen ontploffen. Naakt zijn is voor mij stressvol en ik draag bijna altijd hoog gesloten kleding. Toch ken ik mijn borsten heel goed. Want stiekem controleer je als hypochonder juist heel veel. Oók als je probeert te vermijden. De angst is namelijk zo groot dat er continu geruststelling nodig is. ‘Even kijken’ of ‘even voelen’. Alles oké? Dan ben ik voor eventjes gerust. Schrik ik ergens van? Dan kan ik dagen- tot wekenlang extreem heftige paniekaanvallen hebben. Geloof me: ik ben de eerste die het doorheeft als er iets mis is met mijn lichaam. Het vervelende is alleen dat ik niet meer op mijn eigen oordeel kan vertrouwen. De alarmbellen zijn zo scherp afgesteld dat ik soms moeilijk kan beoordelen of ik naar de huisarts moet of dat het puur mijn angst is die speelt. Gelukkig heb ik een hele fijne huisarts die me hier goed in begeleidt. Ze vraagt altijd hoe het met me gaat. Om hier genoeg tijd voor te hebben plant ze standaard een dubbele afspraak met me in. Daarna vertel ik waarom ik er ben en welke rol mijn angst speelt. Zij bepaalt dan of lichamelijke controle wel of niet nodig is. Echt hoor, deze vrouw is goud waard!

Maar hoe doe ik dat dan met mijn kinderen?

Ja, dat ligt een stukje ingewikkelder. Ik wil namelijk absoluut niet dat zij mijn angsten merken, of nog erger, overnemen. Gelukkig ervaar ik bij mijn kinderen minder angst dan bij mijn eigen lichaam. Ik controleer hun lijfjes nooit, behalve als daar echt reden toe is, zoals koorts. Waar ik bij mezelf soms moeilijk kan vertrouwen op mijn eigen oordeel, heb ik daar bij mijn jongens geen moeite mee. Ik weet prima wanneer er actie ondernomen moet worden of wanneer we even kunnen afwachten.

Er zijn echter drie situaties die mijn beoordelingsvermogen enorm in de war kunnen schoppen:

1. Koorts. Ik heb zelf kantje boord een bacteriële hersenvliesontsteking overleefd toen ik 14 jaar oud was. Dit was een traumatische ervaring en tevens het begin van het ontstaan van mijn angststoornis. Als een van mijn kinderen koorts heeft schiet ik dan ook meteen in paniek. Ik word hyperalert: zie ik vlekjes? Is hij alert? Kan zijn kin nog op zijn borst? De paniekaanvallen als mijn kinderen ziek zijn, zijn echt verschrikkelijk.

2. Een ongeluk. Ik zal nooit vergeten dat Benjamin viel en een gat in zijn hoofd had. We waren in het Amsterdamse Bos toen het gebeurde, meteen zijn we naar het VU ziekenhuis gereden. Het moest gelijmd worden. Daniel is de behandelkamer mee in gegaan: ik kan niet goed met dergelijke situaties omgaan. Idem dito toen dezelfde jongeman vorige week hard op zijn tand viel: deze stond helemaal scheef! We moesten meteen naar de spoedtandarts die de tand onder verdoving recht heeft gezet. Nu mag Benjamin alleen maar zacht eten en moeten we controleren of de tand niet verkleurt. Je begrijpt wel dat ik dit scherp in de gaten houd. In mijn hoofd zit er al een levensbedreigende bacterie in de wond waardoor hij straks in het ziekenhuis opgenomen moet worden, met alle risico’s van dien.

3. Als er écht iets is. Zoals wanneer James benauwd is door zijn astma. ‘Gelukkig’ heeft mijn vriend astma en weet die als de beste hoe je ermee om moet gaan. Ook weet hij precies wanneer we wél naar het ziekenhuis moeten, zoals vorig jaar gebeurde. Ik bleef thuis met Benjamin, het was immers midden in de nacht en Benjamin lag te slapen. Ik heb de hele nacht lopen ijsberen van de paniek. Wat als James het niet overleefd?

Ik heb meerdere angststoornissen, maar hypochondrie is bij uitstek de meest afschuwelijke. Er is geen ontsnappen aan. Je kunt niet even een dagje niet in je eigen lichaam zitten. Als ik last heb van mijn claustrofobie kan ik ervoor kiezen om de trap in plaats van de lift te nemen: dan is er niks aan de hand. De claustrofobie is niet constant aanwezig. Maar de hypochondrie wel. En geloof me: ze vréét energie. Er is áltijd wel iets waar ik me zorgen over maak.

Met het krijgen van kinderen heeft mijn hypochondrie er een nieuwe dimensie bij gekregen: de angst dat mijn kinderen ziek worden. Als ik alleen al lees dat andermans kind ernstig ziek is kan ik daar angstig van worden. Ik voel zo intens met die ouders mee dat het bijna is alsof ik het zelf beleef.

Ondanks vele therapieën is mijn angst nog altijd allesoverheersend in mijn dagelijks leven. Niet alleen de angst zelf, maar ook de angst dat mijn zoons het zien en overnemen. Ik zou het mezelf nooit vergeven als zij mijn angsten zouden overnemen. Enerzijds is dat zwaar: als ik in paniek ben moet ik alsnog een glimlach kunnen produceren. Anderzijds geeft het me ook enorm veel kracht en doorzettingsvermogen. Zolang ik leef zal ik nooit stoppen met proberen om deze angst onder controle te krijgen. Wat er ook aan therapie nodig is! Binnenkort start ik met een nieuwe behandeling bij het NPI. En wederom ga ik 100% van mijn inzet geven. Wacht maar, op een dag kan ik zeggen dat het me gelukt is! Wedden?

2 gedachten over “Hypochondrie en het moederschap: geen prettige combinatie

  1. Echt heel veel respect met hoe je hier voor jezelf, maar zeker ook in het moederschap, mee omgaat. En geloof het of niet (ik heb het zelf ook jaren niet geloofd): Herstel hiervan is mogelijk. Ik heb vorige week het behandeltraject in de strijd tegen mijn hypochondrie afgerond. Nee, de hypochondrie is niet weg, maar het beheerst mijn leven niet meer. Zó bijzonder. Ik gun het jou ook en ik hoop dus dat je nieuwe behandeling heel snel effect gaat hebben!

    Like

Plaats een reactie